Wilhelm Röntgen (1845-1923) was de zoon van een Duitse vader en een Nederlandse moeder. Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij door in Apeldoorn en Utrecht. Toch zou hij nooit in Nederland werkzaam zijn. Zijn carrière doorliep hij in Zwitserland en Duitsland. In 1895 ontdekte Röntgen bij toeval dat elektrische ontladingen in een laagvacuüm glazen buis (kathodestraalbuis) een fluorescerende plaat een eindje verderop deden oplichten. De verantwoordelijke, geheimzinnige straling bleek door vaste stof heen te kunnen gaan en op lichtgevoelig materiaal schaduwen te geven. Al snel merkte Röntgen op dat röntgenstralen de botten van zijn vingers konden afbeelden. Het was het begin van de radiologie.
Documentatie
(BOERH f 18500) Knappe koppen: geschiedenis van de wetenschap in Nederland, Museum Boerhaave, 2013. p. 212.